Ik sluit mijn reis af in Catania op Sicilië. Dit is de plek waar in 2011 de eerste bootjes aan land kwamen en men in de gaten begon te krijgen dat er een migrantenstroom op gang was gekomen. Het was nog anders dan nu. De boten die toen aankwamen, kwam direct vanuit Libië en de mensen op die boten waren vaak meer dood dan levend. Als ik met Ricardo over die tijd spreek krijgt hij het nog steeds koud ondanks de aangename 24 graden in het zonnetje. ‘Ze hadden van alles te weinig. Water, eten, kleding. Ze zaten onder de luis en veel van hen hadden koorts en andere ziekteverschijnselen’.
Ricardo (foto) is vrijwilliger. Zoals iedereen bij het Italiaanse Rode Kruis in Catania dat is. Zelfs Stefano, de president van het Rode Kruis, die dag en nacht klaarstaat is vrijwilliger en doet dit werk naast zijn ‘gewone’ baan als particulier ambulancechauffeur. Ricardo is professor en geeft zo veel mogelijk les aan de universiteit van Catania. Maar als er een boot binnenkomt en zijn hulp is gewenst dan hebben zijn studenten vrij, of een andere professor. En iedereen vindt dat nobel en laat hem gaan.
‘Het werden er steeds meer..’ zegt hij en kijkt over het water uit. ‘Op een gegeven moment begrepen ook de autoriteiten dat de situatie onhoudbaar werd en toen hebben ze samen met ons een opvangsysteem gemaakt en dat werkt tot op de dag van vandaag goed… ‘ Dat systeem betekent dat de migranten niet meer de hele reis maken met gammele boten vanuit Libië. Dat is ook bijna onmogelijk. De boten die in het begin aankwamen waren nog enigszins zeewaardig maar de boten waarmee de migranten nu de zee op worden gestuurd zijn vaak niet meer dan een sloep of een rubberboot. Overvol en vaak al lek als ze vertrekken. Vandaar dat de migranten op zee worden opgepikt en de eerste check ook al op zee wordt gedaan. Daar wordt gekeken of ze ziektes onder de leden hebben en krijgen ze een deken en wat water. Als ze dan bij aankomst in Catania het schip mogen verlaten, gaan zieken, vrouwen en kinderen eerst. Ze worden geregistreerd, krijgen een survivalkit met water, voedsel, medicijnen, tandenborstel, tandpasta en wat kleren en schoenen als ze die nodig hebben. Veel van de migranten worden vaak met alleen ondergoed en zonder schoenen op de boten aangetroffen. Vaak in de war of ronduit getraumatiseerd. Voor deze gevallen is er psychologische eerste hulp vanuit het Rode Kruis. Veel mensen hebben traumatische ervaringen met bijvoorbeeld de politie in hun eigen land of in Libië waar ze meestal beestachtig behandeld zijn. Die angst moet weggenomen worden en zeker voor vrouwen en kinderen moet het duidelijk zijn dat ze niet gescheiden zullen worden en veilig zijn. Dat de politie in Italië iets anders is dan in Libië.
Het systeem van opvang door het Italiaanse Rode Kruis werkt goed. In en rond Catania werken zo’n 1000 vrijwilligers aan die opvang. Sommigen dag en nacht. Anderen wanneer ze kunnen en tijd vrij kunnen maken. Maar alles staat de afgelopen jaren in Catania in het teken van de opvang van deze migranten die per boot naar Europa komen. Naar Europa. Niet perse naar Italië. Daar komen ze aan. Als ik met de Rode Kruis mensen in Catania praat, maar ook die in Campo Fenoglio, vragen ze allemaal of we in Europa nu misschien kunnen gaan doen waar we ons aan gecommitteerd hebben. Het opnemen van een bepaald aantal migranten per land. Tot nu toe zijn er bedroevend weinig van die overplaatsingen geweest waardoor het druk is in de kampen in Italië. En nog steeds drukker wordt. En dat is voor niemand goed.
Niet voor de beeldvorming van de Italianen die de kampen voller en voller zien worden, niet voor de werkdruk voor de mensen van het Italiaanse Rode Kruis en ook niet voor de migranten zelf. Zij zitten en wachten totdat procedures een keer beginnen en ze duidelijkheid krijgen over hun toekomst en waar die ligt. Als Europa dat werk echt zou verdelen zou dat allemaal sneller kunnen. En daar is iedereen bij gebaat.
Mijn verhaal op Radio 1
Meer horen over mijn reis naar Italië? Ik vertel erover in De Nieuws BV, op Radio 1. Bekijk hier het fragment.